Vereniging

Tandje Hoger is officieel opgericht op 17 januari 1977 als studentenwielervereniging onder de paraplu van de ACLO in het tennishuisje op het universitair sportcentrum Paddepoel. Dat is het officiële begin.

Het begon met Victor Schimdt die zich afvroeg of je bij de ACLO ook kon fietsen. Nee, dat kon niet, was het antwoord. Maar dit antwoord werd meteen gevolgd door een tegenvraag: Of Victor geen zin had om samen met anderen en een bestuurslid van de ACLO een studentenwielervereniging op te richten. Afgesproken werd dat het ACLO-bestuurslid er voor zou zorgen dat er een oproep in de Universiteitskrant geplaatst werd. Wie belangstelling had kon zijn naam op een lijst plaatsen die op het sportcentrum hing. Die lijst groeide langzaam. Er verschenen namen op, die eerst nietszeggend waren, maar later een rol van betekenis zouden spelen in de geschiedenis van Tandje Hoger

Toen de lijst uit zo’n twintig mensen bestond, werd besloten een aantal mensen op de lijst te benaderen om een voorlopig bestuur te vormen, die de oprichting van de vereniging zou voorbereiden. Er moesten statuten komen, een huishoudelijk reglement, een bankrekening en wat al niet meer. Misschien zouden we ons kunnen aansluiten bij de KNWU, maar de racecommissaris uit het voorlopig bestuur, die jaren later voorzitter van de KNWU en vervolgens Kamerlid voor het CDA zou worden, hielp ons snel uit de droom. De KNWU was heel restrictief in het aanvaarden van nieuwe leden. Wie bij Tandje Hoger aan wedstrijdsport wou doen, moest maar lid worden van een burgerwielervereniging. En dat zou jarenlang zo blijven.

Dus begon Tandje Hoger als een studententoerfietsclub. In het eerste seizoen 1977 werd er door de toercommissaris elke drie weken op zaterdagochtend een toertocht georganiseerd. Op de dag zelf ontvingen de deelnemers een A4-tje met een primitief handgetekend kaartje. Op de achterkant stonden een paar routeaanwijzingen. Daar moesten ze het mee doen. En zoals in elke toerfietsclub bleken er grote verschillen in fietstempo. Sommige gingen nauwelijks sneller dan 20 km per uur, maar anderen hadden toeclips op hun pedalen, droegen schoentjes met schoenplaatjes – clippedalen bestonden toen nog niet – en wisten behoorlijk tempo te maken. Een scheiding der geesten dreigde en voltrok zich.

Zo ontstond er een raceafdeling, eerst als goedwillende ‘trimmers’, zoals ze eens denigrerend door een gastspreker werden aangeduid tijdens een winterclubavond, maar gaandeweg werden er successen geboekt. Probleem was echter nog steeds dat wedstrijdrijders geen KNWU-licentie konden krijgen. Daar kwam onverwachts verandering in. Als toerfietsclub was Tandje Hoger lid van de landelijke toerfietsunie, die ooit van de KNWU was afgesplitst. Op zeker moment besloot de KNWU ook een recreatiesectie op te richten. Dat leek een betere keuze dan de toerfietsunie en werd Tandje Hoger bij de KNWU aangemeld. Een poosje later werd een bevestiging ontvangen dat Tandje Hoger toegelaten werd als lid van de KNWU en dat de licenties aangevraagd konen worden. Alleen toerlicenties zeker? Nee, werd ons verzekerd, we konden álle licenties aanvragen. Want de KNWU kende alleen volwaardige leden. Toen was Tandje Hoger officieel lid van de wielerunie.

Onze sponsoren